Tentoonstelling ‘Het Verhaal van Voorschoten & Theo van Hoytema’

De van oorsprong Friese Van Hoytema’s waren welgesteld. Het gezin – van de acht kinderen was Theo de jongste – woonde in Den Haag. Vader Dominicus overleed toen Theo nog maar zeven jaar oud was. Nadat in 1874 ook moeder Eva was gestorven verhuisde Theo met enkele broers en zusters naar Klein Stadwijk, een landhuis in Voorschoten. Theo heeft daar elf jaar gewoond, tot hij naar Delft verhuisde.

De eerste tekenlessen kreeg Theo van zijn oudste zus Bep, op Klein Stadwijk. Later volgde hij les aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Een baan als tekenaar bij het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie in Leiden gaf hem de kans de anatomie van de opgezette dieren te bestuderen. Daar zou hij in zijn latere werk van profiteren.

Als kunstenaar maakte Theo van Hoytema faam met zijn prentenboeken en kalenders. Bekende titels zijn ‘Hoe de vogels aan een Koning kwamen’ en ‘Het leelijke jonge eendje’, naar het beroemde sprookje van Andersen. Theo voerde al zijn werk uit in lithografische druk, waarbij tekst en illustratie een eenheid vormden. Zoals het een echte Art Nouveau-kunstenaar betaamt hield hij zich ook bezig met het ontwerpen van decoraties voor keramiek en meubels. Hij werkte onder andere voor de Delftse aardewerkfabriek De Porceleyne Fles en de meubelfabriek Van Wijngaarden te Weesp.

Op de expositie zijn veel platen, prentenboeken en kalenders te zien, naast een aantal interessante bruiklenen van Museum Prinsenhof (Delft) en Museum Weesp. Het getoonde schetsboekje is een wel heel persoonlijk object. Kort na zijn verhuizing naar Delft ging Van Hoytema een dagje terug naar Voorschoten en schetste de plekken waar hij zijn jonge jaren had doorgebracht. Op de slotpagina neemt de tekenaar met een buiging afscheid. De tentoonstelling is te bezoeken tot en met 23 februari 2025.